Let in 2026 op de vrijstelling voor gewasrotatie (GLMC 7)

In 2026 kunt u minder mest uitrijden op uw percelen, omdat de derogatie vervalt. Overweegt u om een deel van uw grasland om te zetten naar bouwland? Houd dan rekening met de regels rondom GLMC 7. Als uw bedrijf minder dan 75% grasland heeft, vervalt namelijk de vrijstelling voor gewasrotatie op bouwland. Dit kan directe gevolgen hebben voor uw teeltplan – zeker als u nu meerdere jaren achter elkaar snijmais teelt.

Wat houdt GLMC 7 in?

GLM 7 is één van de 10 conditionaliteiten waar elke GLB-subsidie aanvrager aan moet voldoen. Heeft u meer dan 75 % grasland (zoals onder derogatie met 80% aan de orde was), dan heeft u vrijstelling.

Zonder vrijstelling moet u voldoen aan twee eisen:

1. Op minimaal 1/3 van het bouwland moet jaarlijks een ander gewas of een andere gewascode worden geteeld dan het jaar ervoor. Dit mag ook met een volgteelt, mits die blijft staan tot de volgende hoofdteelt.
2. Op ieder perceel moet minstens eens per vier jaar een ander hoofdgewas worden geteeld. Een volgteelt voldoet hier niet aan.

Daarnaast geldt op zand- en lössgronden dat tussen 2023 en 2026 ten minste één jaar een rustgewas moet worden geteeld.

Wat betekent GLMC 7 in de praktijk?

Heeft u op een perceel in 2023, 2024 en 2025 snijmais geteeld? Dan mag u daar in 2026 geen snijmais meer telen, tenzij uw bedrijf nog voldoet aan de vrijstellingsvoorwaarde van >75% grasland. Zonder vrijstelling is continuteelt van snijmais maximaal drie jaar toegestaan. Vooral op klei- en veengrond, waar alternatieven beperkt zijn, kan dit knellen.

Wat kunt u doen?

• Overweeg of het verstandig is om uw graslandareaal boven de 75% te houden.
• Houd bij het opstellen van uw bouwplan voor 2026 rekening met de rotatie-eisen en ook met een rustgewas als het zandgrond betreft

Meer informatie

Wij denken graag met u mee over een bouwplan dat past binnen de regels en bij uw bedrijfsvoering. Neem hiervoor contact op met uw PPP-adviseur.