Reductie van broeikasgassen levert geld op!
Wereldwijd ligt er een opdracht om de opwarming van de aarde te beperken en daarvoor de uitstoot van Broeikasgassen te verminderen. In Nederland wordt de reductie afgesproken per sector via de Klimaattafels. Het doel is in totaal 49% minder Broeikasgassen in 2030 t.o.v. 1990. De veehouderij valt onder de Klimaattafel Landbouw en Landgebruik. Deze Klimaattafel moet 3,5 megaton CO2-eq reduceren. Dat is 7% van de totale reductie. Naar schatting is de veehouderij verantwoordelijk voor 14% van de Broeikasgasuitstoot. Eigenlijk valt het aandeel van de reductie dan nog mee.
CO2-equivalenten
Er bestaat spraakverwarring rondom Broeikasgassen en CO2 uitstoot. Broeikasgassen bestaan uit CO2, CH4 (methaan) en N2O (lachgas). De rekenwaarde is CO2-equivalenten en dat is als volgt verdeeld:
- 1 kg CO2 is 1 kg CO2eq
- 1 kg CH4 is 34 kg CO2eq
- 1 kg N2O is 298 kg CO2eq
In de veehouderij heeft methaan de grootste invloed. Methaan ontstaat uit pensvertering (75-80 %) en uit de mestopslag (20-25%). Lachgas verdwijnt uit de bodem (vooral veengrond, 80%) en mestopslag (20%). CO2 ontstaat vooral bij verbruik van elektra, gas en diesel. De globale verdeling van de CO2-equivalenten is als volgt:
- CO2 : 8% electra, gas en diesel
- CH4 : 67% pens, mestopslag, bemesting
- N2O : 25% bodem, mestopslag, bemesting
In de melkveehouderij wordt de broeikasgasuitstoot uitgedrukt in grammen CO2-equivalenten per kg melk.
Op een melkveebedrijf worden de broeikasgassen verdeelt in het deel dat toegerekend wordt aan aankopen van kunstmest, krachtvoer, bijproducten e.d., dit is het off-farm deel. Het andere deel bestaat uit de broeikasgassen die op het bedrijf zelf ontstaan bij het vee, voederwinning, bemesting e.d., dit is het on-farm deel.
Reductie toepassen
De vraag is nu hoe er gereduceerd kan worden. Daarvoor wordt gekeken naar drie broeikasgassen en het off- en on-Farm deel. Het beperken van aankopen van kunstmest, krachtvoer, krachtvoervervangers e.d. leidt tot een reductie van broeikasgassen.
Op het bedrijf zelf (on-farm) geldt het volgende:
Zuiniger omgaan met energie bespaart CO2. De CO2 die gekoppeld is aan zelf opgewekte energie via zonnepanelen, windmolens e.d. en in het eigen bedrijf gebruikt wordt, mag in mindering gebracht worden op de verbruikte CO2. Nog een reden om zelf energie op te wekken!
Minder mest in de mestopslag bespaart lachgas. Op veenbodems kan de uitstoot van lachgas beperkt worden door o.a. de bodemdaling te beperken. Een hoger slootpeil (als dat kan) en onderwaterdrainage bieden mogelijkheden.
Methaan is complex en wordt momenteel nog veel onderzoek naar gedaan. In de huidige rekenmethodiek van grammen CO2– equivalenten per kg melk is een hoge voerefficiëntie van belang.
Samengevat leiden de volgende maatregelen tot resultaat.
- Verlaag afkalfleeftijd van vaarzen naar 24 maanden.
- Verhoog de levensduur van de veestapel. Hierdoor is minder jongvee nodig.
- Verhogen voer efficiëntie door goede melkproductie per koe met meer eigen ruwvoer en minder krachtvoer.
- Voorkom broei in de kuilen.
- Verlaag RE in rantsoen (laag RE in aankoop).
- Zoveel mogelijk blijvend grasland zorgt voor vastlegging van organische stof.
- Goede grasopbrengst met minder kunstmest.
- Meer weiden zorgt voor minder mest in opslag en minder machine werk.
- Gras-klaver mengsels telen (op klei- en zandgrond).
Uiteindelijk zijn al deze maatregelen een invulling van verdere optimalisering van de bedrijfsvoering. Dit leidt tot lagere kosten en een beter bedrijfsresultaat. Reductie van broeikasgassen kan financieel voordeel opleveren!
Wilt u meer informatie, dan kunt u terecht bij Dick Jan Koster, 06-23058194, mail: dj.koster@ppp-agro.nl
Meer weten?
Meer nieuws
- Maak hier een keuze tussen alle nieuwsberichten op basis van thema
- Advies
- Bedrijfsadvies
- Coaching
- Financieel advies
- Geen categorie
- Innovatie
- Kennis
- Nieuws
- Praktijkbegeleiding
- Procesbegeleiding