Vernatting veenweide: geen duizend-dingen-doekje
In de GLB-pilot “Met agrarisch waterbeheer werken aan bodemdaling, klimaat, waterkwaliteit en biodiversiteit” hebben we verschillende vernattingsmaatregelen onderzocht in het agrarisch beheerde veenweidegebied in de Krimpenerwaard. Twee jaar lang hebben we gemeten wat de effecten van een hoger grondwaterpeil en actieve greppelinfiltratie waren op grondwaterstand, biodiversiteit, agrarische gebruikswaarde en de afwenteling van methaan.
Eerder deze maand presenteerden we de resultaten van het onderzoek en gingen we op bezoek bij een van de drie testlocaties. We sloten af met een ronde door het veld, zodat iedereen met eigen ogen de effecten van de maatregelen kon zien. Het rapport vindt u onderaan dit artikel.
Effecten op grondwaterstand
Uit de pilot blijkt dat de effecten van peilopzetten en greppelinfiltratie verschillen per locatie. Het kunnen manieren zijn om de grondwaterstand te verhogen, maar dat hangt af van de omstandigheden (bijvoorbeeld breedte van het perceel en grondsoort). Tijdens droge periodes zakt het grondwaterpeil minder door de verhoging van het slootwaterpeil en greppelinfiltratie.
Agrarische gebruikswaarde
Grasopbrengst, draagkracht en oeverstabiliteit
Het effect op de draagkracht van de percelen verschilde per locatie. Voor alle percelen gold: hoe hoger het slootwaterpeil, hoe lager de draagkracht van het perceel. Daarmee werden de percelen ook minder bruikbaar, omdat er bijvoorbeeld niet meer met machines gereden kon worden. De stabiliteit van de oevers werd slechter en deze kalfden af. Daarmee is op enkele locaties vier tot tien procent van het agrarisch perceel blijvend verloren gegaan.
Ook de kwaliteit van het gras werd minder goed: het gehalte ruw eiwit werd lager door de vernatting. De maatregelen kunnen ook leiden tot verhoogde methaanemissies, vooral rond de greppels en oevers.
Invloed op biodiversiteit
Het verhogen van het slootpeil blijkt ook gevolgen te hebben op de biodiversiteit in de oeverzones. Biodiversiteit die door jarenlang agrarisch natuurbeheer is opgebouwd, kan snel verloren gaan door afkalving en inundatie van de oevers. In de greppels zagen we juist een toename van bepaalde dieren, zoals steltlopers en amfibieën.
Conclusie
Vernatting van het veenweidegebied in de Krimpenerwaard verhoogt dus de grondwaterstand op bepaalde percelen. Daarnaast zorgt het ervoor dat de uitzakking hiervan in de zomermaanden wordt beperkt. Er zijn wel nadelen voor biodiversiteit en landbouwproductiviteit. Vernatting van het veenweidegebied is dus geen duizend-dingen-doekje waarmee alle uitdagingen kunnen worden opgelost.
Samenwerking en uitvoering
Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard, met projectpartners Nutriënten Management Instituut en Bui-TeGewoon.
Eindrapport GLB pilot Krimpenerwaard
Meer info
Kijk voor meer info over dit project op onze projectpagina: GLB-pilot Krimpenerwaard of neem contact op met Leon Kastelein.

Meer weten?
Meer nieuws
- Maak hier een keuze tussen alle nieuwsberichten op basis van thema
- Advies
- Bedrijfsadvies
- Coaching
- Financieel advies
- Geen categorie
- Innovatie
- Kennis
- Nieuws
- Praktijkbegeleiding
- Procesbegeleiding